Hoogleraar Frits de Lange: Er is maar één leven. Dit.
Eerst nam hij afscheid van de persoonlijke God. Nu zegt de protestantse hoogleraar Frits de Lange de hemel vaarwel.
Wij vinden dit een interessant essay, gepubliceerd op 25 mei in Trouw.nl. Het hele essay kunt u lezen door op de link te klikken onderaan de pagina. Hierna enkele opmerkelijke citaten.
Voor de middeleeuwse pelgrim was aankomen in Compostela de ultieme vervulling van de reis. Hij kon zijn aflaat innen, had zijn zieleschuld voldaan en kon opgelucht en bevrijd huiswaarts keren.
Voor de nieuwe pelgrim is aankomen doorgaans een afknapper. De Franse diplomaat Jean-Christophe Rufin steekt zijn teleurstelling niet onder stoelen of banken als zijn eindbestemming nadert, zo beschrijft hij in ‘Compostela. Voetreis naar het einde van de wereld’ (2013).
Pelgrimsbewijs
Hoe dichter hij Santiago de Compostela nadert, des te meer wordt hij opgenomen in een massale stroom would-bepelgrims, die de tocht op een koopje willen doen - aangevoerd met bussen voor de laatste honderd kilometer.
Op santiago.nl, de website van het Genootschap van Sint Jacob, doet een pelgrim zijn verhaal. Na een tocht van drie maanden keert hij terug bij zijn gezin. “Ik had veel te vertellen. Mijn kinderen luisterden aandachtig - of deden alsof - naar die magere, bebaarde vader. Maar na een halfuur zeiden ze: ‘Nu moet je stil zijn, want Idols begint’.”
We kunnen ons vandaag bij dat hemels Jeruzalem niets meer voorstellen. De twee-werelden metafysica ligt achter ons, niet alleen in de filosofie, maar ook in de voorstellingswereld van de gewone man en vrouw.
Vroeger was de hemel gewoon een adres Waar je naartoe ging wanneer je leven klaar was. Je belt aan en iemand die je kent doet open. Je ziet je vader en je moeder en je dode vrienden weer. En alles is voor eeuwig goed (...)
’t Is een kinderlijk idee maar je groeit eroverheen” zingt Maarten van Roozendaal in zijn lied ‘Heimwee naar de hemel’.
Er is maar één leven, en dat is dit. Een subliem mysterie waarvan we slechts een fractie doorgronden, even schitterend als absurd.
Troostrijke voorstelling
Relevanter dan de vraag of er een hemel bestaat of niet, is de vraag hoe het geloof in een hiernamaals functioneert. Religies hebben doorgaans allemaal de troostrijke, comfortabele voorstelling van het hiernamaals in hun pakket. Een hemel, een nirwana, een paradijselijke tuin waarin je na je dood voortleeft als een eeuwig jij. Mits je tenminste netjes hebt geleefd en aan je religieuze verplichtingen hebt voldaan.
Beter is het daarom te leven alsof er geen hemel bestaat, etsi coelum non daretur. Eeuwig leven stel ik me ondertussen liever voor als de overweldigende intensivering van het besef in leven te zijn, de ervaring van de rijkdom van het volle leven. Een staat van zijn die niet als een tijdstip op de klok aan te wijzen is, en met geen moment te vergelijken valt.
Als het om het eeuwige leven gaat, kunnen we beter Joods dan Grieks, eerder vanuit de hoop en het verlangen dan in termen van een tijdloos Zijn gaan denken. De rabbijnen spreken over het eeuwige leven als over ‘het leven van de eeuw die komt’. Voor de Joden, aldus Walter Benjamin, bestaat er geen homogene en lege tijd, zoals de tijd van de klok of kalender. Voor hen is ‘elke seconde de kleine poort, waardoor de Messias kan binnentreden’.
De link naar Trouw.nl