bijdrage van Hans van Zanten | Leestijd 12 minuten
Verwondering is de bron van filosofische reflectie. Dat klinkt moeilijk, maar filosoferen we niet allemaal? Zo op onze eigen manier, wanneer we ons het hoe, wat en waarom afvragen? Dit verhaal gaat over deze verwondering, over Dat er is misschien nog meer dan over Hoe, Wat en Waarom er is. (Hoogleraar en filosoof Cornelis Verhoeven 1996). Het is eerder als blog gepubliceerd onder de titel ”Mediteren over iets en niets” in zenzin.eu.
Maar helaas, wetenschap verwondert zich allang niet meer. De beoefenaar van wetenschap houdt zich niet bezig met raadselen maar met nog niet opgeloste verhoudingen, aldus Verhoeven. Verwondering is iets heel anders dan experimenteel onderzoek en rationele analyse.
Het wetenschappelijk denken heeft geen plaats voor mystieke, boven-zintuiglijke ervaringen, ontkent ze zelfs. Ik hoef bij mijn kinderen niet aan te komen met Boeddha en spiritualiteit, getraind als zij zijn in meetbare werkelijkheid.
Of, zoals een bestuurder van een zorginstelling, registeraccountant, eens zei tegen de ondernemingsraad: ”Met jullie gevoel kan ik niets”. Dat waren dus overwegend vrouwen die hij daarmee aan de kant schoof als gesprekspartner.
Verwondering begint bij Dat er iets is. Lopend over een modderpad waar plotseling een felrode paddenstoel zich laat zien. Even ben je uit je denken en gegrepen door dat wonder van de natuur. Verwondering ontregelt gewoonten en patronen, het laat je opnieuw zien.
Zonder verwondering worden we niet meer geraakt, niet meer -al is het maar voor even- uit ons evenwicht gebracht. Wat ons dan rest is een bestaan dat steeds meer een herhaling van het reeds-bekende wordt. Niks nieuws onder de zon, slechts problemen die opgelost moeten worden.
Ik denk dat veel mensen hun bestaan beleven als een project, als een aaneenschakeling van problemen die eufemistisch uitdagingen worden genoemd. Veel mensen, ben ik bang, beleven de wereld als koud, onveilig, verstoken van betekenis en alleen nuttig om mateloos te exploiteren.
Maar wacht even. Over wie heb ik het. Horen jij en ik daar ook niet bij? Zijn wij niet voortdurend bezig om van onze wereld een paradijs te maken? Verzekerd tegen alle ongemak en verlies? Zijn wij niet het soort dat, dronken van het succes van ons denkvermogen, de illusie heeft aan de gebondenheid aan de aarde te kunnen ontsnappen?
Wij komen uit de moederschoot. Dat niet alleen, wij komen ook uit de schoot van de aarde. Ons lichaam is van de aarde en is aarde. Miljoenen jaren zijn nodig geweest om ons te brengen waar we nu zijn: een kosmisch avontuur van ontzagwekkende proporties.
Al die miljoenen jaren dragen wij in ons, dat is wat wij zijn. Tegelijkertijd zijn wij nog voortdurend in wording, bestemming onbekend. Vraagt dat niet om filosofische verwondering, om voortdurende nieuwsgierigheid?
Sinds de rede ons wapen is geworden maken we er een potje van. Ons voorstellingsvermogen gebruiken we om alleenheerser te zijn in een wereld die we als kil en vijandig beschouwen of als een supermarkt waarvan de schappen nooit leeg raken. Een nihilistisch wereldbeeld dat drijft op technologie en rationaliteit heeft zich van vooral de westerse mens meester gemaakt. Wie durft zich nog te verwonderen?
Wij hoeven geen verantwoording af te leggen sinds Nietzsche God dood verklaard heeft. Verantwoording naar elkaar dan? Wat heeft dat voor zin? We schrokken even van twee wereldoorlogen. We organiseerden een Verenigde Naties, vooral om het beest in bedwang te houden.
Maar nog geen 100 jaar verder is dat utopische orgaan tot een vogel met lamme vleugels gemaakt. Door wie? Ja door onszelf. Wie vol verbazing vragen durft te stellen en kanttekeningen durft te maken wordt voor gek verklaard. Wie de macht heeft, heeft de waarheid.
Ik pleit ervoor om verwondering weer nieuw leven in te blazen en de doodlopende weg van nihilisme te verlaten. Misschien is God wel dood. Dood in de zin dat Hij – ja, een hij – een versleten beeld is geworden dat niet meer bindt.
Maar het leven blijft aanwezig en elke dag kunnen we nieuw bestaan en hernieuwd bestaan verwelkomen en vieren. Zoals de oude Grieken kunnen we ons elke dag verwonderen over Dat we bestaan en tastend zoeken naar dat Dat, het hoe, het wat en het waarom.
Verwondering oordeelt niet en geeft ruimte aan pluriformiteit, aan de ervaring van Niet-Zijn, aan leegte en eigen-zinnigheid. Verwondering beitelt niets vormvast in steen maar begint steeds opnieuw met een schone lei, een leeg schoolbord. Verwondering staat aan de wieg van ‘Zen Mind, Beginners Mind’ (Shunryü Suzuki) en is het begin van mediteren over niets.
Filosofie is het gesprek over ethiek, over het goede dat zich verhoudt tot schoonheid en vastgelegd wordt in omgangsvormen. Een hedendaagse filosoof die zijn leven gewijd heeft aan de integratie van die drie is Ken Wilber. De beste beschrijving, helaas alleen in het Engels, vind je op Integral LIfe.com. Ga er even voor zitten, het is veel informatie en vraagt langdurige oefening om toe te passen. Het past buiten dit artikel om er verder op in te gaan, dus dat doe ik een andere keer, een Ken Wilber Special wellicht.
Ethiek is persoonlijk, gaat over mijn ervaring, mijn geloof, mijn bewustzijn, kortom mijn voelen, denken en handelen en de ontwikkeling daarvan. Daarmee geef ik al aan dat ethiek niet een setje vaststaande gedragsregels is.
Ethiek geeft aan hoe ik mij wil verhouden tot mijzelf, tot anderen en tot de wereld, gebed in mijn persoonlijke innerlijke en uiterlijke ervaring. Ethiek is de schoonheid van Zijn gedragen in mijn lichaam in deze tijd en deze wereld.
De stap van persoonlijke ethiek naar normen en waarden, naar moraliteit is een kleine, maar kan een verraderlijke zijn. In westerse democratieën zijn we een scheiding van kerk en staat overeengekomen die burgers meer ontplooiing en vrijheid geeft. Frankrijk is daar het meest uitgesproken in.
Tegelijk zie je dat die vrijheid niet door iedereen in dank wordt afgenomen. De terreuraanslag op Charlie Hebdo en in Nice is gedaan door mensen die vanuit een persoonlijke overtuiging een totaal ander waardestelsel hebben. De kern van dat waardestelsel is naast een gekoloniseerd verleden, tribalisme, etniciteit en uitsluiting. Een recept voor geweld. Precies elementen die haaks staan op democratische waarden.
De vraag die zich nu opdringt is of het ene waardestelsel beter is dan het andere. Daar is geen gemakkelijk en geruststellend antwoord op te geven.
Maatschappijen ontwikkelen zich onder invloed van een hoop factoren. Denk aan technologie (zoals internet, kunstmatige intelligentie, DNA-onderzoek, kwantumfysica, biochemie), aan bevolkingsgroei, aan kennisoverdracht. Ook de omgeving waarin we leven verandert, denk alleen al aan klimaatverandering.
Alles bij elkaar stevent elke samenleving onontkoombaar af op een onhoudbare situatie. Het oude denken en doen voldoen op zeker moment niet meer, de dynamiek is daarvoor te complex geworden. Maar een nieuw denken en doen is er nog niet of niet voldoende. Een situatie waar we nu middenin zitten.
Je kunt je vervolgens afvragen of een tribale, etnisch georiënteerde samenleving toegerust is om de huidige complexiteit te kunnen omvatten. Hetzelfde kun je afvragen over nationalisme en over romantisch utopisme.
Het lijkt mij van niet. Je kunt met volkstuintjes geen miljoenenstad voeden. Alle ongelovigen uitroeien is ook geen optie. Maar zelfs onze nog tamelijk jonge democratie, gebouwd op de ontdekking van vrijheid, gelijkheid en broederschap als samenbindende waarden, staat op barsten.
We gaan een uitermate spannende 50 jaar tegemoet. De crisis die zich heeft aangediend kan onze aardse woonplaats totaal ongeschikt maken om in te leven. Dat gaat iedereen over de hele wereld aan. Het tij is technisch gesproken te keren door het radicaal bevorderen van biodiversiteit.
Maar dan moet daar wel overeenstemming over zijn. Dan moet zorg voor onze habitat een wereldwijd gedeelde waarde zijn. En die is er niet. Nog niet. De reacties van verschillende regeringen cq regeringsleiders op een relatief simpele pandemie spreekt boekdelen.
Zou het kunnen zijn, vraag ik mij af, dat we dat nieuwe denken en doen voorbij de wetenschap en rationaliteit moeten zoeken? Radicale zorg voor bio-diversiteit gaat toch over meer dan alleen tellen en meten?
Door covid-19 ontdekken we ineens hoe belangrijk zorg is, in de ziekenhuizen, in de verzorgingshuizen. We missen het omhelzen, het knuffelen, de warmte die we elkaar geven. We vinden het vreselijk om afstand van elkaar te moeten houden.
Helpt het coronavirus ons aan de nieuwe ontdekking van een oude bekende? Nu we de zorg, de warmte, de intimiteit én de vergankelijkheid opnieuw ontdekt hebben, zouden we die kunnen uitbreiden naar onze aardse woonplaats? Zo’n stap is dat niet, we weten immers al hoe we kunnen zorgen, recht uit het hart, vol liefde en betrokken.
Van deze coronatijd leren we dat een medisch-analytische benadering met statistieken en modellen alleen niet voldoende is. Cijfers en statistieken hebben geen hart en ze verbergen het hart waarmee ze mogelijk gemaakt worden.
Je kunt feestende jongeren en volgers van viruswaanzin/viruswaarheid afdoen als onverantwoordelijke onruststokers. Ik zie veel meer een onvermijdelijke reactie op de eenzijdige kille en verstandelijke aanpak die als een dwangbuis voelt.
Ik verwijt de regering niets. Haar aanpak is het logische gevolg van een paar eeuwen primaat van de wetenschap en de rede, inclusief het ontkennen van ook maar iets daarbuiten. De regering heeft niets anders én geen ervaring met iets anders, alle christelijke partijen ten spijt.
De Nihilistische wereldvisie is in de vorige eeuw uitgegroeid tot een maatschappelijke psychose. Ik herinner me een erotisch strip verhaal, ‘Ans en Hans krijgen de kans’, waarin mensen in de lusthof van oneindige bevrediging niet meer hoefden te denken, geen initiatief meer hoefden te nemen en creativiteit uit den boze was. Hun geest was uitgedoofd, hun instincten werden bestuurd door een Facebook avant la lettre. Sommige stripboeken zijn wel heel akelig voorspellend.
In de afgelopen eeuw is er met enthousiaste volharding een verslaving aan consumptie gecreëerd die zijn weerga niet kent. Hoelang weten we al niet dat roken longkanker veroorzaakt, dat pesticiden gevaarlijk zijn, dat stress je immuunsysteem kapot maakt!
We produceren ongezonde leefstijlen, leef- en werkomgevingen die vervolgens in de gezondheidszorg verholpen moeten worden. Dat heet dweilen met de kraan open.
De waan waarin we verkeren is een Dionysische roes die ons in slaap sust en tot makke schapen maakt. We zijn gaan geloven dat vrijheid te vinden is in de vrijheid van Markies De Sade, in het feest van de goddelozen, in de aanbidding van het gouden kalf, in de romantiek van sex, drugs en rock & roll.
In deze emotionele achtbaan voelen veel jongeren zich eenzaam. Kees Boele, voormalig bestuurder van de HAN, ontdekte dat 26% zijn studenten hun leven zinloos vonden. Studenten!
Ooit vertelde een astroloog mij dat hij het optimisme over het Watermantijdperk niet gerechtvaardigd vond. Mensen zien alleen de zonnige kant, de verbroedering, het wegvallen van grenzen, de overvloed.
Daar zit ook een zwarte kant aan. Mensen gaan het leven zien als één grote vakantie. Zelfbewust individualisme verwordt tot narcisme en grenzeloos egocentrisme. Helaas, we zijn de maat der dingen inderdaad goed verloren. Wat blijft, voor velen, is een geestelijk zwart gat.
Als je goed dronken bent bestaan heden, verleden en toekomst niet meer. De roes wist herinnering en bewustzijn, verlost je van de spanningen die daarin bestaan. Helaas komen die de volgende dag keihard terug. Reden om weer dronken te worden.
Zulke vicieuze cirkels zijn er meer dan je denkt, in de persoonlijke en collectieve sfeer. Ze lossen niets op, vervreemden je van de werkelijkheid en voeren je uiteindelijk naar dat zwarte gat, de leegte van nihilisme.
Hoe vinden we een uitweg uit deze erosie van onze grond? Hoe kunnen we ons ontworstelen aan de modderstroom van de materialistische wereldvisie die ons het geboorterecht ontneemt. Wie kan ons de illusie laten zien van het technologische spiegelhuis waarin we verdwaald zijn geraakt.
Gelukkig beginnen we langzaam tot onze zinnen te komen. We beginnen te beseffen dat in onze huidige wereldvisie de zelfvernietiging ingebakken zit. Als alles van eigen maaksel is, is geweld gemakkelijk te rechtvaardigen. Hoe kan daar ooit een ‘samen’ uit ontstaan?
We beseffen dat ‘samen’ onvermijdelijk is en er eigenlijk altijd al was. We hebben er alleen een beetje lang, te lang over gedaan om dat te erkennen.
Lang, heel lang geleden bestond er al een intuïtief, buiten-rationeel inzicht dat sprak over afhankelijk ontstaan, over vergankelijkheid en beweging, over een Zijn voorbij tijd en ruimte dat eeuwig scheppend en manifesterend is. Dat was in de tijd van de Rig Veda en de latere Upanisads. (1350 resp 700 jr voor Chr)
Er was in die dagen geen Zijn (sat) en geen Niet-Zijn (asat)
Er was geen lucht en geen hemel daarboven
Wat werd er verborgen gehouden? En onder wiens hoede?
Was er water? Onmetelijk diep?
Er was toen geen dood en geen onsterfelijkheid.
Er was geen dag en geen nacht te bekennen.
De Ene (Ekam) ademde, zonder wind, geheel op eigen kracht.
En verder dan dat was er helemaal niets.
(Dit is de beroemde scheppingsmythe uit de Rig Veda, India)
In ons westerse denken zoals wij dat vanaf de Griekse Oudheid hebben ontwikkeld, spelen angst voor de dood en het onverwachte een grote rol. In klassiek Grieks heet dat Trauma, geen verklaring kunnen vinden voor wat er gebeurt. Het hele covid-19 gebeuren mogen we gerust een collectief trauma noemen.
In de Indiase filosofie wordt die angst onder ogen gezien, getuige deze scheppingsmythe. Van de Rig-Veda gaan we naar de Upanisads, vervolgens naar het rituele Brahmanisme om uit te komen bij het Indiase Boeddhisme. Het is de weg van de leegte naar de leegte, zo treffend verwoordt in een oude Chandogya Upanisad (6.`12 vert. D. Tieleman) in een dialoog tussen Uddaka en zijn zoon Shvetaketu::
Breng me nu een vrucht van deze banyan boom. Hier is zij, heer.
Breek haar open.Zij is opengebroken heer.
Wat zie je daarbinnen?Heel kleine zaden, heer.
Breek er een open.Het is opengebroken, heer.
Wat zie je daarbinnen?Helemaal niets, heer.
Voorwaar, dat subtiele dat je niet kunt waarnemen,daaruit ontstaat deze reusachtige banyan boom.
Gasthuisstraat 1
6811 DZ Arnhem
Secr. (06) 24 72 32 06
[email protected]
Krijg elke maand gratis het programma.
©2025 | Jansbeek ekklesia | Alle rechten voorbehouden