Ga naar de inhoud

​Door Hubert Bastiaens

Afgelopen voorjaar had ik het geluk weer mijn pelgrimsschoenen aan te kunnen trekken, mijn rugzak op mijn rug te hijsen en op weg te gaan. Ik liep het laatste stuk van de Via de la Plata, dwars door Spanje van Zamora naar Santiago, ongeveer 400 kilometer.

Gele pijlen leidden mij vanzelf naar het doel, waar sinds de Middeleeuwen al zoveel pelgrims, koningen en prelaten, misdadigers en vrome ambachtslieden naar toe waren getrokken in de hoop vergiffenis te krijgen en later in de hemel misschien een plaatsje wat dichter bij de Heer.

Kruis onderweg weg naar Santiago de Compostella

In deze dagen heeft iedereen zo zijn eigen beweegredenen om naar Santiago te gaan.  Ik trok over de meseta, de golvende hoogvlakte, met zijn eindeloze graanvelden en later in Gallicië door de bergen met zijn ruisende bossen.

Onderweg kwam ik door uitstervende dorpjes en langs drooggevallen bronnen. De zon brandde ongenadig op mijn hoofd, maar ’s avonds wist ik mij gelukkig welkom in de eenvoudige, gemeentelijke herbergen, waar ik het glas hief met medepelgrims uit de hele wereld.

In Ourense, de enige grotere stad op mijn route, bleef ik een dag over en bezocht de kathedraal. In een van de zijkapellen stond te midden van een zee van vergulde versierselen en ornamenten een beeld van de ‘Sant Christo’ met een baard en lang haar dat reikte tot over zijn navel. En de bewoners van de stad geloven dat zijn haar elk jaar weer een stukje langer wordt.

Toch ben ik niet als een toerist of sportieve wandelaar op weg gegaan. Overdag, als ik alleen liep, had ik alle tijd om de schoonheid van de natuur op me in te laten werken en wat na te denken over verschillende dingen.

Ik voelde me gedragen door de grote stoet pelgrims, die vóór mij deze weg hadden gelopen, en als ik mijn ogen maar gericht hield op Santiago, waar in de kathedraal het gebeente van de heilige Jakobus wordt bewaard, voelde ik me licht en beschermd en wist ik dat God mij alles zou geven wat ik op mijn tocht nodig had.

Dan is pelgrimeren voor mij me laven aan de bron van eeuwig leven en elke dag weer opnieuw wakker worden met het gelukzalige gevoel verder op weg te mogen gaan en voort te schrijden in een hemels licht.

Als een pelgrim dan aankomt in Santiago valt alle last van zijn schouders en kan hij niet anders dan nederig en dankbaar knielen voor het beeld van zijn Heer. Het was een beetje teleurstellend dat de kathedraal wegens restauratiewerkzaamheden gesloten bleek, maar gelukkig was de kerk van Sint Franciscus een steenworp verder een goede vervanger.

Na in drie etappes ruim 1800 kilometer gelopen te hebben kon ik mijn compostella in ontvangst nemen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Geoptimaliseerd door Optimole