door Hans van Zanten
Zijn we ondankbare honden?
Geef een hond voldoende te eten, een beschermde plek en op tijd aandacht en beweging en je hebt een vriend voor het leven. Dat is geen dankbaarheid en ook geen liefde maar instinctief effectief overlevingsgedrag. Ook al willen we voor onze zelfbevestiging daar graag anders over denken.
In deze wonderlijke coronatijd voelen veel mensen zich ongemakkelijk en angstig. Waarom eigenlijk? De meest fundamentele, existentiele angst is die voor de dood, zegt Irvin Yalom. Er is dat virus, maar we willen het niet. Het is raadzaam afstand te houden, maar dat willen we niet. We kunnen ziek worden, maar dat willen we niet. En we kunnen doodgaan, maar dat willen we niet.
In paniek worden we allemaal experts, zo niet in onderzoek dan wel in het beoordelen van onderzoeken. We slaan elkaar om de oren met argumenten die passen bij ons ongemak. Vrijheid van meningsuiting is ons hoogste goed lijkt het. Maar is elke mening, elke oordeel even waardevol? Ken ik wel mijn eigen beperkingen? Vast en zeker niet. Of erger, is mijn wil en weten soms subtiel wet? Ik vrees van wel. Of verbergt zich daaronder mijn angst voor de dood?
In al dat tumult ben ik bang dat we ons gedragen als ondankbare honden. We klagen wat af en vergeten dat we leven, dat we het leven gekregen hebben en dat we leven dankzij wie ons geven wat we nodig hebben om te leven. Tijd voor een oefening in dankbaarheid?
Een Japanse monnik uit de 12de eeuw ontdekte de kracht van dankbaarheid en dat werd de meest invloedrijke boeddhistische school in Japan. Daarover gaat onderstaand verhaal dat een gedeelte is van een langer artikel door Jeff Wilson in Lions Roar en dat ik vrijelijk heb vertaald. Wat kunnen wij van zijn verhaal leren?
De weg van dankbaarheid
Jeff Wilson in Lions Roar november 2019
De centrale oefening in Shin-boeddhisme is 'Nembutsu'. Het doel daarvan is niet om verlichting voor jezelf te realiseren maar om je dankbaarheid tot uitdrukking te brengen voor alles wat je ontvangt.
Wanneer ik in North Amerika een boeddhistische centrum bezoekt, vragen mensen daar gewoonlijk: "Oké, wat voor meditatie doe jij?" Het is een soort ijsbreker in de boeddhistische wereld.
Ik vermoed dat mijn antwoord menigeen zal verbazen. Ik ben Shin-boeddhist, ik doe niet aan meditatie, ik zing geen mantra's, bestudeer geen sutra's, praktizeer geen rituelen of voorschriften. Dit kan allemaal heel waardevol zijn, maar in Shin-boeddhisme beoefenen we vooral dankbaarheid. Hiermee verschillen we van veel andere boeddhistische scholen.
Wij practiseren niet om iets te bereiken. We zijn niet uit op verlichting, goed karma, gunstige wedergeboorte of materiele voordelen. Onze beoefening is eenvoudig dankbaar zijn voor wat we hebben mogen ontvangen. Dat is een kleine verschuiving van perspectief, maar als je dat eenmaal doet, kan het veel verandering teweeg brengen.
Het boeddhistische gezichtspunt laat zien dat elk wezen bestaat binnen een onvoorstelbaar groot netwerk dat support biedt vanuit allerlei hoeken. Of het nu gaat om het bereiken van boeddhaschap of om een simpele ademhaling, elke handeling die wij doen gaat gepaard met krachten en energien van buiten ons zelf, van een "groter-dan-zelf". Als we ons bewust worden van deze onderlinge afhankelijkheid krijgen we een beginnend zicht op onze beperking, de menselijke beperking.
Onze eigen inspanningen zijn niet perfect en kunnen alleen slagen dankzij de hulp van ontelbare anderen.
Prestaties die we toeschrijven aan onze eigen inspanningen en vaardigheden blijken we slechts te kunnen realiseren dankzij de talloze bijdragen van anderen. Als we onze schoenen aantrekken ontdekken we dat iemand anders die schoenen heeft gemaakt en weer iemand anders de veters. Iemand anders voedt en verzorgt ons tot we in staat zijn zelf de veters van onze schoenen te strikken.
Onze eigen inspanningen zijn niet perfect en kunnen alleen slagen dankzij de hulp van ontelbare anderen. Dit bewustzijn geeft reden tot nederigheid over onze beperkingen en laat ons geduldig zijn over de imperfectie van anderen. Het cultiveert ook een gevoel voor humor over onze tekortkomingen en die van anderen.
De Nembutsu uitspreken is slechts het meest zichtbare van een gezegend en dankbaar leven. Op een dieper nivo oefenen we om altijd met dankbaarheid te antwoorden op alles wat in ons dagelijks leven gebeurt
Bewustzijn van de onderlinge verbondenheid van al wat leeft en is, houdt volgens het Shin-boeddhisme ook in dat we ons bewust zijn van het eeuwige en alom aanwezige krachtenveld waarin wij bestaan en dat ons voedt en steunt.
In de context van de Zuiver Land (Pure Land) traditie geloven Shin-boeddhisten dat deze kracht van "groter-dan-zelf" ons gegeven wordt door Amida Boeddha, de manifestatie van grenzeloze wijsheid en mededogen die ons allen goed doet. Op natuurlijke wijze voelen we dankbaarheid van binnenuit opwellen telkens wanneer we dit altijd aanwezige geschenk gewaar worden.
Shin-boeddhisten zeggen de 'Nembutsu' met bewuste dankbaarheid. De Nembutsu is een gezegde, "Namu Amida Butsu", waarmee we onze dankbaarheid en geluk uitdrukken. Het is geen mantra of een gebed; het het volbrengt niets anders dan het naar buiten laten stromen van de opstuwende dankbaarheid in een vreugdevolle uitspreking.
Als we Namu Amida Butsu zeggen, smeken we niet om het Zuivere Land binnen te mogen gaan. We proberen ook niet in een goed blaadje bij Boeddha te komen. We zeggen daarentegen: "Wat een wonder dat we zo uitbundig mogen ontvangen. Duizendmaal dank."
De Nembutsu uitspreken is slechts het meest zichtbare van een gezegend en dankbaar leven. Op een dieper nivo oefenen we om altijd met dankbaarheid te antwoorden op alles wat in ons dagelijks leven gebeurt. Elke dag brengt ontelbare geschenken: leven, liefde, voeding, zorg, onderdak, uitdagingen, vriendschap, en nog veel meer.
Wanneer we op onszelf reflecteren, geeft elke dag de kans ons te herinneren hoe dankbaar we niet zouden moeten zijn. We hoeven elke dag niet meer te doen dan de aanwezigheid van de kracht "groter-dan-zelf" in herinnering te roepen, we zeggen de Nembutsu, en doen onze best om dat wat we ontvangen terug te geven met geduld, zorgzaamheid en behulpzaamheid.
Shinran concludeerde dat slechts een enkele monik, zoniet geen enkele, het niveau van verlichting bereikte zoals dat beschreven staat in de sutras.
Deze oefening van dankbaarheid is 800 jaar terug ontstaan in het pre-moderne Japan. Een Japanse monnik, Shinran (Mei 1173 – Januari 1263) kwam na twintig jaar studie en oefening tot het inzicht dat mediteren, voorschriften opvolgen, en andere rigoreuze oefeningen dikwijls op een subtiele manier het ego juist versterken.
Hij zag hoe we na uren, maanden en jaren mediteren op een kussen, misschien beginnen te denken: "Wow, ik ben een grote mediteerder. Wat jammer dat al die andere mensen daar buiten mijn capaciteit niet hebben." Hij zag ook dat een glimp van de Leegte ons dikwijls tot de veronderstelling leidt meer verlicht te zijn dan andere mensen. Ook dat als we ons maar strikt aan de voorschriften houden, we beginnen te denken "Ik ben een goed mens. Mensen die zich niet aan de regels houden zijn slecht." Inderdaad, Shinran ontdekte dit soort houdingen bij zichzelf en ook bij veel andere monnikken. En wie gebeurt dit niet?
Shinran concludeerde dat slechts een enkele monik, zoniet geen enkele, het niveau van verlichting bereikte zoals dat beschreven staan in de sutras. Verder vond hij dat de exclusiviteit van het kloosterleven juist diegenen in de kou liet staan die het meest bevrijding van het lijden nodig hadden.
Als de boeddhistische praktijk zozeer gehechtheid aan het zelf versterkt en zozeer scheiding tussen mensen teweegbrengt, en als beoefenaren in de veronderstelling verkeren enige vooruitgang te maken, dan zat er volgens Shinran niets anders op dan radikaal te breken met alle traditionele praktijken. Hij nam afstand van het idee dat je op eigen kracht en met alleen eigen inspanning verlichting van lijden kon realiseren. Hij keek daarentegen naar de kracht "groter-dan-zelf" en nam toevlucht tot Amida Boeddha. Hij stichtte toen met zijn vrouw Eshinni een nieuwe Boeddhistische school.
Shinran zag Amida als Boeddhanatuur, de bevrijde, uiteindelijke, ultieme staat van zijn. Die natuurljke staat van zijn doordringt de talloze werelden. Het vult de harten en geesten van alle wezens, talrijk als de druppels in de oceaan. Dus alles wat is, planten, bomen, dieren, land, alles wat is, is van nature vrij en bevrijd. Bevrijd zijn van lijden is daarom altijd aanwezig; er hoeft niet eindeloos achteraan gejaagd te worden.
De boeddhistische praktijk verandert zo in een handeling die op zuivere wijze dankbaarheid uitdrukt en die omzet in woorden door het uitspreken van de Nembutsu.
Shinran vond dat we onze gehechtheid aan de ego-gedreven pogingen om verlicht te worden moesten opgeven. Op deze manier raken we vrij van onze zorgen en kleingeestigheid. Onze beoefening is dan niet meer gericht op het bereiken van verlichting voor onszelf, maar wordt een uitdrukking van dankbaarheid voor alles wat we in ons leven ontvangen. Deze manier van leven verdiept zich met de jaren. Je boeddhistische praktijk verandert zo in een handeling die op zuivere wijze dankbaarheid uitdrukt en die omzet in woorden door het uitspreken van de Nembutsu en door andere daden van dankbaarheid.
Door een hart vol vertrouwen, een hart dat vertrouwen is, zo zegt Shinrah, kunnen we de vreugde ervaren die altijd ontstaat als we nog tijdens dit leven in het Zuivere Land ontwaken. We hoeven niet te wachten op bevrijding in de toekomst. En wanneer het einde van ons leven nadert, worden de verwarring scheppende gevolgen van ons bestaan ontbonden en worden we verlost in de zegen van het Zuivere Land, de werkelijkheid van nirvana.
Maar voor Shinran is nirvana niet een of andere hemelse ver-weg-plaats en tijd om in ruste te gaan. Integendeel, hij vindt dat we onmiddellijk terugkeren in onnoemelijk veel vormen om al diegenen te bevrijden die in de val zitten van lijden, dat we altijd en eeuwig bezig zullen zijn ten dienste van anderen.
Niemand hoeft zich buitengesloten te voelen
Mettertijd groeide de school van Shinran uit tot een van de grootste en meest invloedrijke boeddhistische stromingen in Japan en in de 20ste eeuw ook in Amerika. Veel van de aantrekkingskracht had en heeft Shinran nog steeds omdat zijn boeddhisme voor iedereen toegankelijk is. Niemand hoeft zich buitengesloten te voelen zoals vroeger vrouwen, boeren, vissers, jagers, soldaten, prostituees, outcasts en anderen die niet toegelaten werden in de kloosters.
Voor degenen voor wie het pad van meditatie niet is weggelegd, of voor mensen die moeite hebben met het strict volgen van de voorschriften maar die toch een boeddhistisch pad willen volgen dat zegt: "precies zoals je bent, ben je welkom, aangenomen en opgenomen." voor hen biedt Shin-boeddhisme nog steeds een oude en krachtige traditie om hen te helpen in hun leven.
Dank je wel Hans, goed om hier (even?) bij stil te staan.
Troostend verhaal, Hans! Het voelt goed dankzeggen: op dat moment ben ik bewust hier en nu en bewust van iets goeds of moois. Ikzelf adresseer mijn dank steeds aan God en op dat moment ben ik ook met Hem in contactundefinedverbonden. Alles wordt zacht, gaat stromen. Jouw verhaal zet me aan om me weer meer op dankbaarheid te richten. Heb ik nodig in deze rare, soms angstige tijd. Naast overigens actief opkomen voor recht en vrijheid, waar dit in het geding is. Dat doet me ook goed.